Een stap opzij

Toen ik 21 was werkte ik een poosje in een buurtwinkel, zo’n winkel van Sinkel waar sigaretten, snoepgoed en een scala aan aanverwante artikelen werden verkocht. Na vijf jaar in de gezondheidszorg had ik al ernstig behoefte aan iets anders. Een intensieve studie, fulltime wisseldiensten en dat nog zo jong en groen zijn hadden een ernstige wissel op mijn mentale stabiliteit getrokken.

Het duurde maar kort, die uitspatting, want ik vond werken in de buurtwinkel saai en eentonig en ik miste het ‘zorgen voor’ met heel mijn hart. Maar mijn zenuwen konden wel mooi even bijkomen, en daar had ik nou net behoefte aan. Ik was nog zo piep maar had wel al wagonladingen verdriet en ziek gezien.

Inmiddels ben ik heel wat jaren verder maar nog steeds herken ik bij mezelf die behoefte om af en toe een stap opzij te maken. Om even te ontsnappen aan de constante druk en verantwoordelijkheid die dat ‘zorgen voor een ander’ met zich meebrengt. Wellicht dat ik daarom ook zo hartstochtelijk graag wil ondersteunen als ik een ander mens zie worstelen. Zorgvragers en mantelzorgers. Want ook mantelzorger zijn is hard werken en voor hen is er maar zelden ruimte voor die stap opzij.

In onze maatschappij verliest een groot deel van de mensheid, in die zucht naar meer, beter en luxer, momenteel om oprecht oog te hebben voor een ander. Naar elkaar omkijken was vroeger een groot goed maar het verdwijnt, tot mijn grote verdriet. Ik ga morgen oprecht naar iemand omkijken, doe je mee?

Nieuwsgierig naar meer van Cynthia? Leuk! cynthiapoen.nl

Zonneschijn

Januari was zonder zon las ik vandaag ergens, en eigenlijk ervaar ik dat in alles, januari voelde beige en glansloos. Ondanks de mooie dingen die er ook echt nog gebeuren, voelt alles dof en kleurloos. Juist op het moment dat de wereld weer een beetje opengaat krijg ik er last van, van die dofheid.

Ik schrijf in mijn blogs niet over beleid en politieke keuzes, mijn verhalen gaan over mensen. Over diegenen waar we elke dag zorg voor dragen, ook al is een deel van hun narigheid een direct gevolg van dat beleid. Voor sommigen van ons zijn die regels niet meer dan letters op papier. Ik zie wat de gevolgen zijn, de eindeloze worstelingen, een leven dat ineens een moeizaam gevecht is geworden.

Het voelt alsof ik op alle fronten tekort schiet. Waar creativiteit en doortastend blijven zoeken vaak tot resultaat leidde, voelt het nu alsof de mogelijkheden eindig zijn. Hun kwetsbaarheid voelt eenzaam, zonder de glans van die oplossing.

Zo lang mogelijk thuis blijven wonen is een prachtige gedachte. Als het thuis echter niet meer gaat is het wel fijn als er een passende plek is die voelt als een warme omhelzing. En daar zit hem nou net de kneep: de beschikbaarheid van die plekken wordt in toenemende mate een zeldzaamheid. Ontelbaar veel mantelzorgers zijn ernstig overbelast, velen redden het thuis eigenlijk niet meer. Bovenop alle bezuinigingen heeft corona zijn akelige tentakels stiekem heel ver doorgevoerd en de restverschijnselen van dat rottige virus vinden we overal in terug.

Ik wacht met ongeduld op de zon. Als die stralen eenmaal volop schijnen hoop ik dat heel veel van die gevolgen spontaan wegsmelten. Dat beige en dof worden verbannen en dat kleur en glans het weer overnemen. Ik verlang ernaar om al die kwetsbare mensen te zien opbloeien. Ik blijf hopen dat we met het uitzwaaien van die pandemie ook weer meer mogelijkheden krijgen om te kunnen zorgen voor iedereen die daar behoefte aan heeft. Zou dat niet geweldig zijn?

Nieuwsgierig naar meer van Cynthia? Leuk! www.cynthiapoen.nl

Altijd alleen

Ik vind relaties met andere mensen razend ingewikkeld, want hoeveel energie steek je nou precies in naaste familie, fijne vrienden en directe collega’s? Alleen zijn vind ik namelijk ook heel erg heerlijk, om uren te wandelen in mijn uppie of wat door mijn huis te rommelen. Maar kiezen voor mijn eigen gezelschap kan ik alleen omdat ik heel vaak niet alleen ben, ik ben gezegend met een lading lieverds om me heen.

In mijn werk hoor ik het met enige regelmaat, hoe een opeenstapeling van misverstanden leid tot die vlijmscherpe eenzaamheid, tot diepe ravijnen en elkaar niet meer kunnen bereiken. Dat allesoverheersende gevoel van een mens die zich niet gewenst voelt moet vreselijk zijn.

Jezelf kwetsbaar op stellen is geen sinecure hoor, ik weet het. Ik sla zelf ook regelmatig de plank mis, juist omdat het vaak even duurt voor ik precies weet waarom ik voel wat ik voel. Soms ben ik veel te direct of juist te wollig, en op die eerlijkheid zit ook niet iedereen te wachten, hoe goedbedoeld mijn woorden ook zijn.

Met de feestdagen nog vers in het geheugen, en de pijnlijke strijd die er in veel levens rond die dagen heerst, hoorde ik het indringende verhaal van een oudere man. Hij was zijn vrouw nog maar pas verloren door een ongelukkig ongeval, en sindsdien vulde hij zijn dag met het dagelijks huishouden. Precies zoals zij dat altijd had gedaan. Hij klampte zich vast aan haar taken, elke dag opnieuw. Het was alles wat er voor hem was overgebleven had hij gezegd, want zij had zijn hele leven gevuld.

Het benam me de adem, de heftigheid van zijn verhaal, en vooral ook de leegte ervan.

Zonder me er echt van bewust te zijn, is dat alleen zijn blijkbaar iets waar ik bang voor ben. Om helemaal alleen op deze wereld te zijn en door niemand gemist te worden. Wellicht doe ik daarom soms teveel mijn best, onhandig en stuntelig, in de hoop dat mijn goede bedoelingen overkomen. Want je moet er toch niet aan denken, om altijd alleen te zijn. Wees daarom een beetje lief voor elkaar, ook als het soms lastig is of als je denkt dat iemand het niet verdient. Want we verdienen allemaal wat vergevingsgezindheid op zijn tijd.

Meer van mij lezen? Leuk! cynthiapoen.nl

December

Weer loopt het jaar ten einde en weer mis ik dat hele feestelijke gevoel dat altijd onlosmakelijk met die laatste maand verbonden was. Want wederom is het alle hens aan dek, en staat ons leven in het teken van dat waardeloze virus.

‘Het is saai’, moppert mijn oude vader. Ik snap hem volledig, hij mist de drukte van het hele gezin fijn weer eens bij elkaar. De laatste keer is al een kleine twee jaar geleden, een eeuwigheid, zo voelt het. En ik begrijp dat hij soms moet zoeken naar een lichtpuntje, dat moet ik zelf ook.

Toch tel ik hardop zijn zegeningen, van hem en van mama, en ik neem voor het gemak die van mijzelf ook even mee. Ik ben toch bezig, die peptalk kan ik zelf vandaag ook goed gebruiken. Buiten stormt het, en diep van binnen is het soms niet veel anders, daar raast die storm ook met enige regelmaat.

Op het werk worden de beschikbare covid bedden weer dagelijks gedeeld met alle zorgaanbieders in onze regio, en we balen oprecht dat het weer moet. Maar we denken vooral aan iedereen die momenteel geveld is. We denken aan alle collega’s die dagelijks in de voorste linie staan, ook buiten het ziekenhuis. Want de zorgvraag is in de hele sector onveranderd groot en de mogelijkheden zijn minimaal. Elke dag zoeken we hartstochtelijk met elkaar naar oplossingen.

In de hectiek van alles wat er gaande is zoek ik vooral naar de verbinding met elkaar. Voorbij de dagelijkse discussies over wel of niet vaccineren, mutaties en varianten en al dat vingerwijzen, zoek ik voorbij de reeds aanwezige onrust. Tussen de regels door herken ik vooral het ongrijpbare en de onmacht die ons in zijn greep houd. Natuurlijk herken ik dat, het is overal. Ik mis mijn toverstokje, als ik die voorhanden had dan wist ik het wel.

‘Verbeter de wereld en begin bij jezelf’

Ik heb dat altijd een mooie uitspraak gevonden, en deze maand ga ik proberen er dagelijks gehoor aan te geven. Door die handgeschreven kaart te sturen met een lieve boodschap erop. Of door dat welgemeende compliment nou eindelijk eens uit te delen. Door mijn liefde weg te geven zonder diezelfde liefde terug te verwachten. Gewoon, weggeven aan die ander vanuit jezelf. Zoals we dat allemaal deden aan het begin van die corona, toen dat samen nog zo heel erg op de voorgrond stond en de verdeeldheid ver te zoeken was.

Want onder aan de streep, voorbij alle waanzin en onbegrip, zijn we nog steeds dezelfde. Fijn als we dat weer even zien en kunnen voelen.

Mooie feestdagen!
Meer lezen van Cynthia? Leuk! www.cynthiapoen.nl

Klein groot geluk

De wereld staat in brand, zo voelt het voor mij tenminste, als een projectiel die volledig uit zijn baan is gevlogen. Maatregelen volgen zich op, en de kranten staan bol van alle berichten over covid en de zorg. Het zijn voor mij juist aanwijzingen om me terug te trekken, diep naar binnen, om overeind te kunnen blijven tijdens deze gekte.

Ook op mijn werk neemt de drukte toe, als een sneeuwbaleffect dat ergens met een vlokje is begonnen. Want na al die maanden van afschalen, opschalen, hoog ziekteverzuim en wat nog heeft het ontzettend veel mensen geraakt in hun dagelijks bestaan. 

Heel veel kwetsbare ouderen balanceren op het randje van een dunne lijn, van net wel of net niet meer veilig thuis blijven wonen. Het is elke dag zoeken naar mogelijkheden, en vastklampen aan strohalmen. Ik voel elke keer een enorme opluchting als het weer mag lukken, als ik iemand een veilige plek aan kan bieden.

De afgelopen dagen waren er elke dag spoedsituaties, waren er tranen van wanhoop en angst, ongerustheid om de veiligheid en de mentale gezondheid van velen. Maar elke dag opnieuw lukte het om die dilemma’s op te lossen. Door heel veel te bellen, te overleggen, te kijken naar mogelijkheden en onmogelijkheden maar vooral door buiten de gebaande paden te zoeken.

Dankzij heel veel lieve collega verpleegkundigen die fijn meedachten, die op de toppen van hun kunnen functioneren maar steeds opnieuw hun hart openzetten. Zodat we samen toch weer een passende oplossing vinden. 

Voor die jonge vrouw die zo graag verder wil herstellen. Die ver van huis, helemaal alleen, doodongelukkig uit het raam ligt te staren. Haar tranen, die door de telefoon gutsten toen ik haar vertelde dat ik een plekje dichtbij huis had gevonden, ontroerden me diep. Ik was er zelf even stil van, en haar geluk was ook even mijn geluk. 

Of die plek die ik vond voor die oudere meneer. Hij was ontzettend ziek geworden als gevolg van covid en kon nu omringd door warme zorg herstellen. Elke dag knapt hij een beetje meer, op zit hij niet meer onmachtig en verward alleen in huis maar op een veilige plek. Dagelijks drinkt hij met een paar andere heren koffie, en is hij niet meer eenzaam. 

Voor even negeer ik de nieuwsberichten en geniet ik dat dit kleine grote geluk. Meer valt er vandaag eigenlijk niet te wensen.

Lichtpuntje

Het blijft stil aan de telefoon nadat ik mijn boodschap heb uitgesproken. Dat ze nog aan de lijn hangt hoor ik aan de onregelmatige ademhaling op de achtergrond. Ik geef haar wat ruimte om mijn bericht te verwerken, en na een lange stilte begint ze te praten.’Echt’ vraagt ze, ‘is het echt waar’? Ik beaam dat het echt waar is, en voeg nog wat informatie toe. Niet teveel, daar let ik op, niet alles komt op dit moment bij haar binnen denk ik zo.

Ik heb die ochtend een plek gevonden voor haar zieke echtgenoot, een appartement dichtbij de plek waar zij woont. Het is haar allergrootste wens zei ze me, nog niet zo heel erg lang geleden. Omdat hij niet meer thuis kan wonen, was een plekje heel dichtbij hun thuis zo gewenst. Zodat zij hem makkelijk kan bezoeken, zo vaak als ze wil, zonder rekening te moeten houden met busregelingen, slecht weer en wat nog.

‘Ik ben sprakeloos’ zegt ze, ‘echt sprakeloos’. ‘Bent u er blij mee’ vraag ik, ‘want hij moet dan nog wel een keer verhuizen’. ‘Kind, ik ben dolgelukkig, het is absoluut geweldig’. Ze verzucht zachtjes, aan de andere kant van de lijn en ik glimlach.

Elke dag is het zoeken naar lichtpuntjes in dit leven, en soms verzand ik ook in mijn gedachten. Over de toenemende werkdruk, de huidige politieke rompslomp, corona-passen en verplichte QR-codes. Dan worstel ik met frustratie en onmacht en nog veel meer. Elke dag staat mijn dag bol van de schrijnende situaties en die probeer ik, samen met mijn collega’s, uit alle macht wat minder schrijnend te maken. Het is veel meer dan mijn werk, het is mijn hart, mijn zorghart dat elke dag opnieuw zijn stinkende best wil doen om waar dan ook die zwaarbelaste schouders wat te verlichten.

Samen op dezelfde plek blijven wonen als je ouder wordt, en al zolang samen bent, is niet voor iedereen weggelegd. En het is een intense pijn die ik me niet voor kan stellen. Onvrijwillige scheiding, door ouderdom of ziekte. Maar om die enorme last, die ik niet weg kan nemen, iets te kunnen verlichten was dit mijn lichtpuntje van die dag. Ik voelde het, dat dankbare, diep van binnen: Ik heb een geweldige baan 🙂

Verrijking

Dat een goede gezondheid niet vanzelfsprekend is, dat wist ik allang. Door alles wat ik in mijn werk meemaak, en wat ik om me heen zie gebeuren bij vrienden en familie. Het is een rijk bezit, om elke dag zelf je bed uit te kunnen stappen. 

Toen ik ineens zelf een rotboodschap kreeg, nog niet zo heel erg lang geleden, was de schok dan ook best groot. Ineens moest ik zelf in die behandel- en verzorgmolen stappen, en met frisse tegenzin gaf ik me eraan over. Huidkanker, zei de specialist, kwaadaardig. Kanker en kwaadaardig met betrekking tot jezelf is niet fijn. En ook dat snijden in mijn gezicht was een berg waar ik tegenop zag. Niet omdat ik een litteken in mijn toet erg vind, maar omdat mijn gezicht zo dicht bij mij ligt; snijden in arm of been voelt toch anders. Ik kan het niet uitleggen, maar zo voelde het voor mij.

Ik zorg al voor anderen zolang als ik me kan herinneren.  Ik was pas vijftien jaar toen ik ermee begon. De gezondheidszorg is een wereld waar ik me altijd thuis heb gevoeld, het past bij me, omdat ik het altijd fijn vind om iets voor een ander te kunnen betekenen. Dat ik nu op een andere stoel moest gaan zitten, vond ik niet eenvoudig. Ik kan niet goed zorg en aandacht ontvangen. Het geven ervan gaat me velen malen beter af. En die confrontatie met dat feit, voelde ik dubbel en dwars de afgelopen periode; het voelde enorm kwetsbaar.

Inmiddels ligt al het ‘gedoe’ alweer achter me. Alles wat er aan akelige cellen in mijn lijf zat, is eruit gesneden. Dat litteken in mijn gezicht is nu wie ik ben, en dat is helemaal prima. Op een vreemde manier vind ik het mooi, dat litteken, omdat het me weer even heel dicht bij mezelf bracht. Alles wat er soms aan geneuzel of onzin in je leven ontstaat viel in een klap weg. De afgelopen weken voelden heel erg puur, door al het gevoel dat ineens aan de oppervlakte kwam, dat uitgesproken werd en volop gevoeld.

Ondanks al het akelige dat er ook aan kleefde, was het voor mij een absolute verrijking.

Nieuwsgierig naar mij? Leuk! cynthiapoen.nl/2019/05/02/dit-ben-ik-op-papier

Extra rijk

Om iemand aan te raken die niet dichtbij je staat is geen sinecure. Ik was zestien toen ik voor een carrière in de gezondheidszorg koos, en dus ook onbekende mensen aan moest raken. Zieke en oudere mensen, die in al hun kwetsbaarheid ineens zo’n jong ding aan hun bed kregen. Een jong ding die voor ze kwam zorgen. Ik vond het al heftig, hoe moet dat voor hen zijn geweest.

Om aan een buitenstaander uit te leggen hoe het voelt om in de zorg te werken is onmogelijk. Ik kom in beeld wanneer een mens op zijn kwetsbaarst is, wanneer verdriet en pijn ineens zijn intrede doen. Vrolijkheid is maar zelden onderdeel van mijn werk, zo is het nou eenmaal.

Ooit las ik een uitspraak van een revalidant en het maakte diepe indruk op mij.

‘Ik heb enorm veel respect voor het werk van de verpleegkundige’, had hij gezegd, ‘ik kan alleen maar moeilijk accepteren dat ik het werk geworden ben’. Die ene zin maakt zo pijnlijk duidelijk wat de inhoud van mijn baan behelst.

Het omvat zorgen voor iemand die een stukje regie uit handen moet geven. Voor even of voor altijd. Handelingen die je tot voor kort zonder nadenken uitvoerde, moeten nu ineens door een ander worden uitgevoerd. De meest intieme handelingen. In een vingerknip zijn heel veel zaken niet meer vanzelfsprekend.

Nu ik op vakantie ben voel ik het wrange ervan soms extra, omdat ik zo waanzinnig geniet van de vrijheid die ik bezit. Dat klinkt wellicht wat zwaarmoedig maar het is juist het tegenovergestelde, het is het intens beleven van de meest eenvoudige zaken.

Jaren geleden werkte ik een poosje alleen maar nachten, en tijdens die nachten zorgde ik ook af en toe voor een jonge vrouw. Zij woonde nog thuis, haar ouders hadden een aanbouw aan hun huis laten bouwen waarin zij haar slaap-en badkamer had. Wij kwamen er elke nacht voor een aantal handelingen die ze zelf niet meer kon. Elke nacht. Moet je je voorstellen dat je, naast alle zorg van overdag, ook elke nacht twee mensen over de vloer krijgt. Twee mensen aan je lijf, soms ook volkomen vreemden, voor de rest van leven.

Terwijl ik vanmorgen vroeg een plons nam in de rivier, die prachtige rivier waar we kamperen met ons Volkswagenbusje, dacht ik nog even aan die indrukwekkende zin. En aan die ene man, en velen met hem, die door een noodlottig ongeval ineens ‘werk’ waren geworden. Zo’n rondje zwemmen voelt dan extra rijk.

Loslaten

Ze huilt. Ik voel haar verwoede pogingen, om zichzelf weer onder controle te krijgen, door de telefoon heen. Ik ben gewoon maar even stil, en geef haar de ruimte om zichzelf te herpakken.

Met een van emotie verdraaide stem, verontschuldigt ze zich. ‘Ik begrijp het hoor, echt’, zeg ik, ‘als het om mijn moeder zou gaan, zou ik me precies hetzelfde voelen’.

Ze zorgde al heel erg lang voor haar moeder, had haar jaren geleden al liefdevol in haar eigen huis verwelkomd. Zelf was ze al jaren weduwe, en zo konden ze elkaar gezelschap houden. Fijn dat haar oude moeder niet alleen was, in dat veel te grote huis. En het was heerlijk om na haar werk niet in een donker en stil huis thuis te komen. Nu kon ze weer voor iemand koken, gezellig samen eten, in plaats van met dat bord op schoot voor de televisie te schuiven.

Maar net als bij haar moeder, gingen de jaren nu ook voor haar tellen. Haar oude moedertje haalde haar elke nacht uit haar slaap omdat ze dementie had. Ze raakte verwarder, elke dag een beetje meer, zo leek het tenminste. En die zorg, die viel haar elke dag wat zwaarder, iedere dag een beetje meer. Nu ze zelf geopereerd moest worden, kon ze niet langer meer zorgen, en die keuze voelde loodzwaar en onmogelijk. 

‘Ik ben blij, verdrietig, opgelucht maar ook terneergeslagen over dat afscheid’, zegt ze, en die snik klinkt nog door in haar stem, en ik voel het ook allemaal tegelijkertijd. ‘Ik ben zo verschrikkelijk blij dat er een passende plek voor haar gevonden is, waar ze de rest van haar oude dag kan slijten. Maar tegelijkertijd ben ik zo verdrietig dat ze dat laatste stukje van haar leven niet meer dicht bij mij is’.

We praatten nog een poosje, zij en ik, want mooie gesprekken zijn waardevol. Een ruime week later verhuisde haar moeder naar die passende plek. Ze was dankbaar dat ze haar zelf nog naar die nieuwe plek kon brengen, dat ging nog net, want de dag erna werd ze zelf in het ziekenhuis opgenomen voor die operatie.

‘Ondanks het verdriet, overheerst de dankbaarheid’ zei ze me een paar weken later, toen ik haar nogmaals aan de telefoon had. ‘Het heeft mij heel veel rust gegeven dat er nu zo goed voor haar gezorgd wordt’. En dat, dat was voor mij zonder twijfel het allerbelangrijkste.

Breekbaar

Wat is ze mager, dacht ik bij mezelf toen ze de deur voor me opendeed, uitgemergeld bijna. Samen met mijn collega’s hadden we een hele poos voor haar echtgenoot gezorgd, die zo graag thuis wilde sterven. Een paar weken ervoor had hij het leven los moeten laten. En nu zorgden we met liefde voor haar. Ze had haar heup gebroken na een ongelukkige val, en was net thuisgekomen uit het ziekenhuis. Haar tengere lijf was magerder dan ooit, en de fysieke pijn trok diepe lijnen in haar gezicht. Mijn hart kromp samen van dat schrijnende beeld dat ik voor me zag.

‘Er zijn zoveel mensen slechter af dan ik’ zei ze, dus vond ze dat ze niet mocht klagen. Ik was het oneens natuurlijk, ik vond het vooral zorgelijk en onverantwoord dat ze alleen thuis was. Dus terwijl ik voor haar zorgde, kaartte ik het bij haar aan. ‘Zou het niet fijn zijn om nog ergens kort te verblijven om wat aan te sterken zei ik, om eerst nog verder op te knappen en dan pas weer naar huis te gaan’? ‘Kan dat, vroeg ze hoopvol, want dat zou wel echt fijn zijn, ik voel me nog zo zwak’. Dus belde ik met haar zoon, die zich ook echt veel zorgen maakte, en belde naar de huisarts voor een verwijzing. De rest van de dag ging ik naarstig op zoek naar een plekje voor haar. Die hele vrijdag, de dag dat ze thuiskwam uit het ziekenhuis, ben ik tussen alle zorgmomenten door aan het bellen geweest om haar ergens kortdurend opgenomen te krijgen. Elke strohalm greep ik aan. Deze kwetsbare dame alleen thuis, dat voelde eenvoudigweg niet goed.

Na heel veel strijd, en heel veel argumenten, kreeg ik die vrijdagmiddag op de valreep groen licht. Er was ergens een plekje gevonden en de maandag erop mocht ze komen. Wat was ze blij en opgelucht dat het was gelukt om iets te vinden, in deze tijden van wachtlijsten, krapte en onmogelijkheden. En wat was ik dankbaar dat het me gelukt was.

De volgende ochtend vond haar zoon haar op de grond van haar slaapkamer; die nacht was ze overleden, helemaal alleen. Of een eerdere opname haar had kunnen redden zullen we nooit weten. Het zou kunnen dat haar lijf eenvoudigweg op was en was het haar tijd. Maar als ze wel opgenomen zou zijn geweest, dan was ze tenminste niet alleen geweest, die ene nacht, die nacht dat ze haar laatste adem uitblies. Want sterven in het donker van de nacht, helemaal alleen, op de kille vloer van je slaapkamer, dat wens ik mijn ergste vijand nog niet toe.

Meer lezen van Cynthia? Leuk ☺ Neem eens een kijkje op haar eigen website!