Menselijkheid

Het is een kunst om in een telefoongesprek de juiste toon te vinden, en ik leer op dat vlak nog steeds bij. Op mijn leeftijd, en met de baan die ik vervul, spreek ik inmiddels regelmatig klasgenoten van vroeger. Omdat hun ouders toe zijn aan een opname binnen een van onze locaties of thuiszorg nodig hebben.

Mijn baan is heel persoonlijk en op die momenten komt dat nog dichterbij. Mijn ouders zijn ook op leeftijd, net als die van hen, en gelukkig nog in goede gezondheid. Maar ik snap waar ze staan als ze me bellen. Ik prijs mezelf gelukkig dat, mocht het ooit nodig zijn, ik op dat moment de weg weet.

Toch voelen dat soort momenten bijzonder en ik wil niets liever dan ze bijstaan.

Voor hen is het net zo bijzonder, ik krijg regelmatig mailtjes na een belletje van mijn kant met daarin’ zat jij niet bij mijn broer, zus of mij in de klas’?

Ik heb een ijzeren geheugen en dat kwartje is bij mij dan al een poosje gevallen maar ik benoem het zelden zelf als ik bel. Het hoort niet vind ik.

Maar soms moet ik eerst door een barrière heen als ik contact opneem. Logisch ook.

Vandaag belde ik een dochter omdat de indicatie van haar moeder was afgegeven, een moeder die net zo oud is als de mijne. Wij bellen dan altijd met de naasten om een aantal zaken uit te vragen. Soms is er geen eerste contactpersoon, of is er geen telefoonnummer dat je kan bellen ( dan doen we een ‘sherlockje’) en zo af en toe willen mensen je echt niet spreken.

‘Geen tijd, ik weet dat niet of dit is het derde telefoontje al deze week’. En ik snap het.

Maar wat me steeds opnieuw opvalt is dat veel mensen het vooral ook ingewikkeld vinden, hoe het in Nederland is geregeld met die zorg.

Maar goed, ik belde die dochter dus. In eerste instantie proefde ik weerstand in haar stem. ‘Gedoe, wat is er nu weer voor gedoe’. Ik hoorde het haar bijna denken.

Dan praat ik maar gewoon. Leg ik uit waarom ik bel, en waarom het belangrijk is. En ik vraag hoe het gaat, thuis. En hoe het met de naasten gaat. Vaak stromen de verhalen vanzelf door mijn hoorn mijn hart in.

Na vijf minuten klonk ze volledig ontspannen, de ‘kort en bondig hoor’ die haar eerste reactie was toen ik haar belde leek vergeten. Ik adviseerde haar, vertelde wat er allemaal mogelijk is en vooral ook wat er niet mogelijk is. Ook dat is belangrijk. En ik benoemde de kleinschalige woonvormen die niet bij iedereen bekend zijn.

Ze was meteen enthousiast, haar blijheid huppelde me tegemoet, en ze bedankte me. Ik had een snaar geraakt. Want dat beetje hulp dat ik haar gaf is voor mij een kleine moeite, maar voor haar maakte het een groot verschil.

En dat is prachtig

Cynthia haar zorgliefde is gebundeld tot een hartverwarmend boek vol echte en oprechte verhalen.

Ernaast staan

Het is heel eenvoudig om je in dit beroep te laten meeslepen door je frustratie. Het gebeurde me vandaag nog. Want beleidsmakers nemen soms beslissingen die ik niet begrijp. Waardoor mijn onderbuik uit alle macht ‘ nee’ schreeuwt.

Omdat ik voel dat het ten koste gaat van mensen.

Maar ik heb de wijsheid niet in pacht dus ik beperk me tot mijn cirkel van invloed. En dat is geen eenvoudige opdracht zal ik je zeggen.

Het gevoel van onmacht vind ik lastig. Want eigenlijk wil ik iedereen helpen.

Maar zelfs een kind begrijpt het onmogelijke van dat verlangen.

Gelukkig heeft elke dag zijn lichtpuntjes. En dan is het ineens fijn dat de wereld soms zo voor het grijpen ligt. Zo belde ik met een dochter over haar moeder. De dochter woont ver weg en is zelf helaas ernstig ziek. Maar ik kon haar geruststellen, haar vragen beantwoorden en op het hart drukken dat we doen wat we kunnen voor haar oude moeder.

En ook voor die kwetsbare  man, die alleen is op de wereld, zetten we ons 150% in. Zoeken we verder naar oplossingen, in zijn geval is dat bijzonder ingewikkeld.

Maar elk mens verdient het om gezien te worden.

Gehoord.

Ook al lijkt het in eerste instantie dat sommigen niet geholpen willen worden.

Alle loketten die bedacht zijn voor elke verschillende vraag of aandoening doen zelfs mij ingewikkeld aan, ik droom van een versimpeling.

Een eenvoudige plek waar elke vraag uitgepeld word, en waar antwoorden worden gezocht op vragen.

Waar mensen werken en er hulp voorhanden is.

Voorbij winstbejag iets echts doen. Echt en praktisch.

Ik weet dat het veel te simpel gedacht is, maar ik ben een eenvoudig mens. En ik weet in mijn hart dat heel veel mensen erbij geholpen zouden zijn.

Laagdrempelig als een buurthuis, beschikbaar voor wie daar woont.

Terug naar de mensen, ernaast staan.

Hoe fantastisch zou dat zijn.

Verbonden

Van dansen ging haar hart sneller kloppen dus maakte ze van haar passie haar leven. En dat leven werd rijk en vol. Alle mysterieuze en tropische plekken die ze bezocht sloot ze in haar hart. Voor een man en kinderen was geen ruimte.

Op het moment dat ze bij ons komt wonen oogt ze als een oude vrouw. Van binnen huist echter nog steeds de talentvolle ster die ze ooit was. Het is razend intrigerend en elke snipper die ze met me deelt neem ik in me op.

Ik ben dol op mooie verhalen.

Net als de hoedenmaker die bij ons woonde, en die jaar in jaar uit de mooiste creatie’s maakte. Hoeden en petten. Veelal met zijn eigen handen. Moderne technieken waren er nog niet. Zelf droeg hij standaard een alpinopet, ook binnenshuis, en hij stond altijd een tikkie scheef op zijn hoofd.

Op dezelfde afdeling, en maar een deur verder, woonde een dame die haar leven doorbracht op de Zeedijk in Amsterdam. Ze woonde en werkte er. Het ruige leven vormde haar, ze kon gruwelijk vloeken en sommige scheldwoorden moest ik opzoeken :-).

Ze was de enige vrouw op de afdeling met vurig rood haar in plaats van grijze lokken. En elke maand kwam een goede vriendin het voor haar verven.

‘Ze gruwelde van elke grijze haar dus zorg ik ervoor dat het een kleurtje krijgt, ook al is ze zelf wellicht vergeten hoe belangrijk ze dat vond’.

Al deze vreemdelingen zijn met elkaar verbonden door hun dementie.

Toen thuis wonen niet meer lukte kwamen ze bij ons. Het is een bijzondere verzameling mensen en zo op het oog hebben ze alleen hun ziekte gemeen. Gemoedelijk zitten ze naast elkaar bij het ontbijt, smeren hun beschuitjes met jam of suiker en kijken met een wat lege blik naar buiten.

Soms dwalen ze door de eindeloze gangen op zoek naar een herinnering.

Als ik muziek opzet zingen ze vaak moeiteloos mee met de tekst of deinen lichtjes heen en weer in hun stoel. Samen dansen we door de woonkamer.

Ze zijn vaders, moeders en kinderen.

Kunstenaars, danseressen en schrijvers. Individuen.

Stuk voor stuk met hun eigen levenspijn, hun successen en dieptepunten.

Ik ben dol op de ouderenzorg en juist ook hierom. Door de bijzonderheid van deze levens, vol mooie, verdrietige of bijzondere verhalen. En door goed te luisteren leer ik ze allemaal net iets beter te begrijpen. Waar ze van hielden en wat ze belangrijk vonden, en wat ze nu wellicht vergeten zijn.

Zodat ik nog beter kan zorgen voor al deze mooie mensen.

Alle verhalen die Cynthia schreef zijn gebundeld tot een hartverwarmend boek Zorgliefde. Binnenkort komt de opvolger uit: nog een scheutje Zorgliefde

Vroege ochtend

Toen ik als 16-jarige voor het eerst een kijkje nam in een verzorgingstehuis, maakte dat diepe indruk op me. En nog steeds kan ik me die golf aan sensaties herinneren die me toen overviel. Het scala aan geuren, de bedompte warmte en de rust van de nacht die nog zachtjes na-ijlde.

Die sfeer die in de lange stille gangen heerst, is nog steeds hetzelfde.

Het overviel me, net als toen, toen ik vroeg in de ochtend op één van ‘mijn’ locaties voor een overleg op de afdeling was.

De overbekende karren stonden in de gang, met hoog opgestapelde waskommen, schoon wasgoed en materialen. Alles fijn bij de hand voor de dagelijkse zorg.

Zorgvragers die, wat slaperig nog, een ommetje maken.

Loom en wat verward over de gang dwalend.

Ik groet haar als ik langs haar loop en glimlach.

Haar gezicht licht op als ze me teruggroet.

Schuifelend vervolgt ze haar weg.

Haar pon oogt dun en verwassen.

Ik herinner me ook weer hoe fijn ik het altijd vond om elke zorgvrager na een nacht slaap te ondersteunen bij die dagelijkse zorg.

Dan stonden we arm in arm voor de kledingkast om een mooi setje kleding uit te zoeken. Soms voegden we er een parelketting aan toe.

Een vleug lippenstift en een luchtje van het één of ander.

Een panty zonder ladder en die fijne handtas die ik ontdeed van de verzamelwoede van de vorige dag.  Morsige koekjes verpakt in papieren handdoekjes, een theedoek uit de keuken en een handvol bestek. Elk vakje volgepropt.

De handtas ging leeg en semi-fris mee aan de arm richting de ontbijtzaal.

Met een vers pakje papieren zakdoekjes erin en zonder alle kruimels en rommel.

Ik ben blij met de stap die ik heb gemaakt, toch mis ik het nog elke dag.

Cynthia bundelde al haar zorgliefde tot een hartverwarmend boek.

Goud waard

Ik kan enorm goed voorpretten. Het is een kwaliteit van mezelf die ik volop koester. Dagdromen is een houvast in barre tijden. Net als het terugkijken op prachtige herinneringen.

Ik realiseerde me vandaag dat dit in mijn geval ook geldt voor de feestdagen, de voorpret en de herinneringen geven die dagen extra glans.

De kerstontbijtjes samen met onze meiden toen ze nog meisjes waren, of de kerstvieringen uit mijn eigen jeugd. Tot op de dag van vandaag heb ik een zwak voor koren, kerken en kerstgezang, een direct gevolg van mijn katholieke opvoeding.

Het is weemoed van de bovenste plank.

Onze familie groeit nog steeds gestaag. Ik geniet van de lichtjes in de ogen van mijn beide ouders als we met z’n allen hun woonkamer vullen tijdens de kerstdagen. Die blikken zijn goud waard. Ik sla die plaatjes op in mijn brein, als een naslagwerk waar ik steeds ik kan bladeren als ik daar behoefte aan heb.

Het is eveneens de reden waarom ik me in deze periode extra focus op alles wat ik nog kan betekenen voor een ander.

Omdat er zovelen zijn die hun familie wellicht niet meer zien groeien. Bij wie eenzaamheid en verlangen naar vroeger de donkere dagen vullen. Er is bij zovelen teveel ruimte voor overpeinzingen, en veel te weinig afleiding in de decembermaand om die te vergeten.

Elk klein gebaar kan een groots effect hebben.

Zoals dat gebaar dat ik afgelopen week maakte voor een echtpaar. Door ziekte en een opname woonden ze al maandenlang gescheiden van elkaar. De komende feestdagen vieren ze weer fijn samen want ik wist een plek voor hun samen te bemachtigen.

Of de hulp die ik een dame kon bieden die al bij zoveel organisaties was afgewezen. Na een huisbezoek, en zorgvuldig spreken met elkaar, besloten we dat ze bij ons wel welkom is.

Zij schuift dit jaar voor het kerstdiner gezellig aan bij anderen, deze kerst is ze niet alleen.

We kunnen maar zoveel doen, maar wat we kunnen, dat doen we. Elke dag opnieuw.

Mooie fijne liefdevolle dagen aan een ieder gewenst🎄⭐️

Cynthia bundelde haar warme verhalen tot een prachtig boek en noemde hem ‘Zorgliefde

Weer dichtbij

De zorg komt steeds meer onder de druk te staan, de ruimte die momenteel overblijft om goed te kunnen zorgen begint claustrofobisch te voelen.

Toch probeer ik uit alle macht een gaatje te vinden, en gelukkig ben ik niet de enige. We blijven naarstig naar mogelijkheden zoeken om elke zorgvrager te kunnen helpen. En er lukt ook nog heel veel.

Echt.

Maar het aantal mensen dat behoefte heeft aan een helpende hand neemt toe. Vloedgolven tegelijk soms.

In haar geval voelde het extra schrijnend. Alsof het verdriet zich ongenaakbaar bleef opstapelen, zonder enige eerbied te hebben voor wat er al was.

Jaren geleden was ze haar enig kind de wereld rond gevolgd. Hij wilde naar de warmte en vroeg zijn mam mee. En zij wilde hem voor geen goud uit het oog verliezen. Een nieuwe plek in een ander land vroeg om aanpassingen, maar op die nieuwe plek had ze hem nog fijn dichtbij. Samen koffie drinken, samen een boodschap en hij was om de hoek als ze hulp nodig had.

In Nederland liet ze weinig achter, haar rijkdom lag bij hem.

Maar een paar jaar later werd haar enig kind ziek en overleed. Hoe eenzaam moet dat gevoeld hebben voor haar. Zomaar onverwacht was er niemand meer die als thuis voelde.

Zij bleef waar ze was en maakte er het beste van, temidden van de mensen die hem ook gekend hadden en de plaatsen waar hun ‘samen’ voor het oprapen lag.

Nu haar geheugen steeds meer gaten begint te vertonen wordt het leven daar onmogelijk. De mensen om haar heen zorgen vooral ook graag voor zichzelf, ten koste van haar.

Het is hardvochtig en bruut, en extra door haar kwetsbaarheid.

Samen met de inzet van een ver familielid, en een meedenkende verpleegkundige op één van onze locaties, kan ze op korte termijn weer in Nederland wonen. Haar nieuwe woonplek is een noodvoorziening, en verre van ideaal, maar ze is weer dichtbij hem. Straks kan ze eindelijk zijn graf bezoeken en haar eigen taal weer spreken.

En op dit moment vind ze dat meer dan genoeg.

Cynthia bundelde haar ervaringen tot een hartverwarmend boek, ze noemde hem Zorgliefde.

Zorg verdient beter

Mijn werk is niet altijd leuk. Oprecht niet. Maar het voldane gevoel als ik iemand heb kunnen helpen, is alle frustratie meer dan waard. Toch lukt het echt niet altijd om iemand te helpen.

Er zijn momenteel teveel dagen waarbij de gejaagdheid het overneemt. Dan komt er zoveel op me af dat ik me een duizendpoot voel. En eentje die het allemaal maar net kan bolwerken. Dan volgen de crisis-en spoedmeldingen zich razendsnel op en verzand ik in ‘gedoetjes en onmogelijkheden’.

Vandaag had ik zo’n dag.

Mijn hoofd loopt momenteel wat om van alles wat er gebeurt, en nog staat te gebeuren. En toch vind ik nog een extra versnelling, kan ik toch nog een stap harder. Samen met heel veel andere mensen, want ik doe het echt niet alleen, bijt ik me vast in ‘het kan niet’. Net zolang tot het af en toe wel lukt.

Zelffoltering is mij ook niet vreemd.

De wanhoop van zovelen is voor ons allemaal voldoende stimulans. De verschraling in de zorg doet letterlijk pijn, maar ik ben geen bestuurder, ik zou niet weten hoe we dat probleem op zouden moeten lossen. Wist ik het maar.

Gelukkig gaat er ook heel veel wel goed, door al die collega’s die het eenvoudigweg niet opgeven en zich blijven inzetten. Op het oog zijn ze onvermoeibaar maar ik weet heus dat hun energie niet eindig is.

Maar doelen stellen helpt. Iets om vast te grijpen. Dan doen we dus vol overgave.

Maar ik dwaal af. Ik had dus niet zo’n fijne dag vandaag. Soms gaat het werk stroperig, lukt er naar mijn zin te weinig en ontstaan er meer brandjes dan ik eigenhandig kan blussen.

En toen ging mijn telefoon. ‘Cynt, ik heb een meneer aan de telefoon die naar jou vraagt, heb je tijd’? Vanzelfsprekend heb ik dat.

‘Goedemiddag, u spreekt met de zoon van meneer X, en ik wilde u heel graag persoonlijk bedanken. U hebt ervoor gezorgd dat mijn vader naar een tijdelijke plek dichtbij zijn eigen thuis is overgeplaatst. En daar mag hij wachten tot hij eindelijk terug kan naar zijn eigen dorp. Hij is er enorm gelukkig mee, en wij als familie ook, en dat wilde ik u graag zelf vertellen’.

Onnodig te zeggen dat de frustratie, waanzin en gedoetjes van die dag in één klap verdwenen waren.

Zorgen voor andere mensen is van een ongelofelijke rijkdom, maar soms heb zelfs ik even een reminder nodig.

Alle verhalen die Cynthia met veel liefde aan het papier toevertrouwde, zijn inmiddels gebundeld tot een prachtig boek.

Zorg verdient beter

Met haar rug naar me toe zit ze stil in haar stoel, haar schouders hoog opgetrokken. Het ongemak straalt uit haar gespannen houding, ze is benauwd en ademhalen gaat moeizaam.

Rustig groet ik haar en ik loop ruim om haar stoel heen, zodat ze me kan zien. Op veilige afstand glimlach ik vriendelijk, naar ik hoop geruststellend, en vertel dat ik haar medicijnen ga pakken. Vervolgens verstop ik mijn glimlach achter mijn mondkapje.

Kalm dien ik haar medicatie toe, en moedig haar aan vooral rustig te inhaleren. Stil zit ik naast haar en na een aantal minuten zie ik de eerste tekenen van opluchting in haar gelaat. Vanachter dat mondkapje blijf ik rustig praten, hopelijk ziet ze mijn glimlach ook in mijn ogen. Voor haar bescherming hou ik mijn mondkapje op, maar iemand vanachter dat scherm geruststellen is pijnlijk lastig.

Na vijftien minuten doet de combi medicatie zijn werk, ze glimlacht en krijgt weer praatjes, ik zie ontspanning. Ik ga op afstand zitten en doe mijn mondkapje af. We praten wat en nu ze minder benauwd is, neemt de verwardheid in haar ogen ook wat af.

Als je dementie hebt, en je dan benauwd wakker wordt, is de wereld even heel angstig, met die mist in hoofd en longen. Een mist die maar niet lijkt op te lossen. Hoe ongrijpbaar moet dat gevoeld hebben, als je niet kan vatten wat er gaande is.

Zacht verzorg ik haar verder, maak ontbijt, heb ik aandacht voor haar alleen, tot ik verder moet naar de volgende client.

Ik denk aan het applaus dat we vorig jaar kregen, en aan alle collega’s die dagelijks keihard werken, ook buiten de ziekenhuizen. Die covidperiode was voor iedereen een spannende tijd, maar voor de directe zorg toch net iets meer. Hij lijkt inmiddels compleet vergeten te zijn. Ik vind het fijn en tegelijkertijd ook bizar, de geleerde lessen van toen lijken allemaal vergeten.

Als ik alles heb opgeruimd zeg ik haar gedag, ontspannen zit ze achter een door mij gezette kop koffie. We glimlachen naar elkaar en met een laatste zwaai vertrek ik.

Ik vind er het mijne van, van alle ontwikkelingen in zorgland, maar ik weiger cynisch te worden of te verzuren. Er valt weinig meer te verwachten van de politiek dan loze beloftes en ook dat is niks nieuws.

De zorg blijft op zijn tandvlees doorworstelen.

Ik doe mijn werk, met liefde, omdat zij dat verdient. Dat ook de zorg meer verdient, maar ondergewaardeerd zal blijven, doet me meer pijn dan ik ooit kan uitleggen….

Cynthia bundelde meer dan dertig jaar aan zorgervaring en goot al die verhalen in haar boek ‘Zorgliefde’. De bundel is in elke boekwinkel en webshop te verkrijgen.

Hartverscheurend

De zorg is altijd in beweging, en het zwaartepunt verplaatst zich constant. De piek in de zorgvragen wisselt ook steeds. Tijdens de covidjaren was het alle hens aan dek, maar de saamhorigheid was torenhoog. En ook al mis ik die tijd echt voor geen cent, voorbij alle ellende was de verbondenheid echt mooi. Momenteel ligt het zwaartepunt qua zorgvragen bij de vele kwetsbare echtparen. Hun verhalen zijn vaak hartverscheurend.

Het is nog vroeg als ik haar bel en als ik tegen haar zeg dat ik een plekje voor haar echtgenoot heb slaakt ze een zucht. ‘O wat fijn’, verzucht ze. Vervolgens begint ze te huilen. Ze verontschuldigt zich voor haar tranen. Ik druk haar op het hart dat ze vooral geen excuses hoeft te maken, ik denk dat ik haar dilemma begrijp.

‘We zijn dit jaar 65 jaar getrouwd maar het zorgen voor hem valt me de laatste maanden zo zwaar. Ik kan niet meer en dat vind ik erg. Dus ik ben opgelucht dat er een plekje is voor hem, fijn dichtbij zodat ik elke dag langs kan gaan. En dat het zwaartepunt van die zorg niet meer bij mij ligt lucht me op. Maar ons afscheid maakt me verdrietig. Ik mag hem toch nog weleens mee naar huis nemen om samen thuis koffie te drinken’? Ik druk haar op het hart dat het natuurlijk allemaal nog gewoon kan.

We praten een poosje. Ik laat haar vertellen, over vroeger, over de kinderen en hoe ze er toch vooral alleen voorstaat omdat hun kinderen niet in de buurt wonen. En dat zij ook al op leeftijd is. Hoe vaak hij tijdens de donkere nacht wakker wordt en niet begrijpt wat zij hem wil zeggen. Dat het al haar energie kost om hem dan weer in bed te krijgen. Als hij eenmaal weer ligt, slaapt hij vaak binnen vijf minuten, zij ligt vervolgens uren te malen, haar zorgen en angsten spoken nog luidkeels door haar hoofd. En soms wil hij gewoon niet meer terug in bed. Dan is ze de halve nacht in de weer om hem het uit te leggen dat het nacht is, dat ze nog geen boodschappen kunnen doen of dat het nog lang geen tijd is voor een ontbijt. Of voor dat wassen en aankleden.

Veel echtparen krijgen dit soort uitdagingen voor hun kiezen. Soms kan samenwonen eenvoudigweg niet meer, dat wat ze het allerliefste van de hele wereld wensen, maar is er geen mogelijkheid om samen te blijven. Of geen plek. Ik vind het hartverscheurend dat je op die oude dag, na een lang en vaak gelukkig huwelijksleven, die laatste jaren noodgedwongen apart van elkaar moet leven.

Deze meneer verhuisde een week erna na een eigen appartement. Twee dagen later kreeg hij een hersenbloeding en overleed. Zij moest twee keer afscheid van hem nemen binnen 48 uur.

Ik geef het je te doen op je oude dag.

Thuis

Toen ik haar verhaal hoorde, proefde ik de wanhoop van haar bestaan bijna op mijn lippen. Want ze was dakloos geworden door omstandigheden, zoals dat voor elke dakloze misschien wel opgaat. Ik weet er te weinig van, van hun ervaringsverhalen, maar fouten maken doen we allemaal, zoveel weet ik wel. Het is een vicieuze cirkel van ellende, en een goede en snelle oplossing leek bij haar welhaast onmogelijk.

Soms is het een woud aan narigheid, dat ontward moet worden.

Nu werd er naarstig een plekje voor haar gezocht, waar ze thuiszorg kon ontvangen, of tijdelijk kon verblijven. De daklozenopvang in de nacht, en de mogelijkheden om overdag ergens te verblijven, sloten niet helemaal op elkaar aan. De tussenliggende uren verbleef ze op straat, met haar immer aanwezige zorgvraag. Vierennegentig telefoontjes waren er gepleegd om een plek voor haar te vinden, voor deze onfortuinlijke jonge vrouw.

Wat een verdrietig, en vooral pijnlijk eenzaam bestaan.

Ik draag haar verhaal met me mee, en kan me er in de verste verte geen voorstelling van maken hoe dat moet zijn, dakloos. Het lijkt me vooral heel gruwelijk, dat je geen eigen plek meer hebt. Een warm, droog en veilig thuis, met een knusse stoel bij het raam om gewoon maar wat te mijmeren als je zin hebt. En een warm bed, met een malle dekbedhoes erop, die je laat  glimlachen bij het naar bed gaan. In plaats van elke dag maar weer op zoek te moeten naar een plekje om je ogen veilig te kunnen sluiten.

Want mijn thuis is die ene plek op deze aardbol die zo heel erg van mij is. En van de bank, maar dat detail negeer ik graag. Daar waar ik me veilig voel, en me heerlijk op kan krullen in mijn coconnetje. Ik zit er dagenlang in die fijne stoel bij het raam, als ik even niet meer weet hoe ik verder moet. Het is de plek waar mijn prachtige dochters opgroeiden, en joelend door het huis draafden. En waar ik de liefde vierde, en ook regelmatig vol hartstocht en boosheid met de deuren smeet.

Maar het is de enige plek op de hele wijde wereld waar ik wil zijn als ik ziek ben, verdrietig of bang, en die veilige plek waar ik zo ontzettend gelukkig ben. De knusse omhelzing van dat huis voelt extra fijn, als je een poosje noodgedwongen ergens anders bent geweest. In een ziekenhuis bijvoorbeeld, of op een revalidatieplek. Vraag het aan iemand die herstellende is van wat dan ook, wat ze het liefste willen. En het liefste is dan bijna altijd: gewoon naar huis. Die magische plek op deze grote aarde, die zo helemaal alleen van jou is.

Soms is dat alles wat je nodig hebt.

Ik weet het echt, je kan niet vergelijken, maar ik telde ze weer even, mijn zegeningen. Ik was wel even zoet, want echt, ik heb er ongelofelijk veel.

Als ik toch een toverstokje zou hebben….