Menselijkheid

Het is een kunst om in een telefoongesprek de juiste toon te vinden, en ik leer op dat vlak nog steeds bij. Op mijn leeftijd, en met de baan die ik vervul, spreek ik inmiddels regelmatig klasgenoten van vroeger. Omdat hun ouders toe zijn aan een opname binnen een van onze locaties of thuiszorg nodig hebben.

Mijn baan is heel persoonlijk en op die momenten komt dat nog dichterbij. Mijn ouders zijn ook op leeftijd, net als die van hen, en gelukkig nog in goede gezondheid. Maar ik snap waar ze staan als ze me bellen. Ik prijs mezelf gelukkig dat, mocht het ooit nodig zijn, ik op dat moment de weg weet.

Toch voelen dat soort momenten bijzonder en ik wil niets liever dan ze bijstaan.

Voor hen is het net zo bijzonder, ik krijg regelmatig mailtjes na een belletje van mijn kant met daarin’ zat jij niet bij mijn broer, zus of mij in de klas’?

Ik heb een ijzeren geheugen en dat kwartje is bij mij dan al een poosje gevallen maar ik benoem het zelden zelf als ik bel. Het hoort niet vind ik.

Maar soms moet ik eerst door een barrière heen als ik contact opneem. Logisch ook.

Vandaag belde ik een dochter omdat de indicatie van haar moeder was afgegeven, een moeder die net zo oud is als de mijne. Wij bellen dan altijd met de naasten om een aantal zaken uit te vragen. Soms is er geen eerste contactpersoon, of is er geen telefoonnummer dat je kan bellen ( dan doen we een ‘sherlockje’) en zo af en toe willen mensen je echt niet spreken.

‘Geen tijd, ik weet dat niet of dit is het derde telefoontje al deze week’. En ik snap het.

Maar wat me steeds opnieuw opvalt is dat veel mensen het vooral ook ingewikkeld vinden, hoe het in Nederland is geregeld met die zorg.

Maar goed, ik belde die dochter dus. In eerste instantie proefde ik weerstand in haar stem. ‘Gedoe, wat is er nu weer voor gedoe’. Ik hoorde het haar bijna denken.

Dan praat ik maar gewoon. Leg ik uit waarom ik bel, en waarom het belangrijk is. En ik vraag hoe het gaat, thuis. En hoe het met de naasten gaat. Vaak stromen de verhalen vanzelf door mijn hoorn mijn hart in.

Na vijf minuten klonk ze volledig ontspannen, de ‘kort en bondig hoor’ die haar eerste reactie was toen ik haar belde leek vergeten. Ik adviseerde haar, vertelde wat er allemaal mogelijk is en vooral ook wat er niet mogelijk is. Ook dat is belangrijk. En ik benoemde de kleinschalige woonvormen die niet bij iedereen bekend zijn.

Ze was meteen enthousiast, haar blijheid huppelde me tegemoet, en ze bedankte me. Ik had een snaar geraakt. Want dat beetje hulp dat ik haar gaf is voor mij een kleine moeite, maar voor haar maakte het een groot verschil.

En dat is prachtig

Cynthia haar zorgliefde is gebundeld tot een hartverwarmend boek vol echte en oprechte verhalen.

Ernaast staan

Het is heel eenvoudig om je in dit beroep te laten meeslepen door je frustratie. Het gebeurde me vandaag nog. Want beleidsmakers nemen soms beslissingen die ik niet begrijp. Waardoor mijn onderbuik uit alle macht ‘ nee’ schreeuwt.

Omdat ik voel dat het ten koste gaat van mensen.

Maar ik heb de wijsheid niet in pacht dus ik beperk me tot mijn cirkel van invloed. En dat is geen eenvoudige opdracht zal ik je zeggen.

Het gevoel van onmacht vind ik lastig. Want eigenlijk wil ik iedereen helpen.

Maar zelfs een kind begrijpt het onmogelijke van dat verlangen.

Gelukkig heeft elke dag zijn lichtpuntjes. En dan is het ineens fijn dat de wereld soms zo voor het grijpen ligt. Zo belde ik met een dochter over haar moeder. De dochter woont ver weg en is zelf helaas ernstig ziek. Maar ik kon haar geruststellen, haar vragen beantwoorden en op het hart drukken dat we doen wat we kunnen voor haar oude moeder.

En ook voor die kwetsbare  man, die alleen is op de wereld, zetten we ons 150% in. Zoeken we verder naar oplossingen, in zijn geval is dat bijzonder ingewikkeld.

Maar elk mens verdient het om gezien te worden.

Gehoord.

Ook al lijkt het in eerste instantie dat sommigen niet geholpen willen worden.

Alle loketten die bedacht zijn voor elke verschillende vraag of aandoening doen zelfs mij ingewikkeld aan, ik droom van een versimpeling.

Een eenvoudige plek waar elke vraag uitgepeld word, en waar antwoorden worden gezocht op vragen.

Waar mensen werken en er hulp voorhanden is.

Voorbij winstbejag iets echts doen. Echt en praktisch.

Ik weet dat het veel te simpel gedacht is, maar ik ben een eenvoudig mens. En ik weet in mijn hart dat heel veel mensen erbij geholpen zouden zijn.

Laagdrempelig als een buurthuis, beschikbaar voor wie daar woont.

Terug naar de mensen, ernaast staan.

Hoe fantastisch zou dat zijn.

Verbonden

Van dansen ging haar hart sneller kloppen dus maakte ze van haar passie haar leven. En dat leven werd rijk en vol. Alle mysterieuze en tropische plekken die ze bezocht sloot ze in haar hart. Voor een man en kinderen was geen ruimte.

Op het moment dat ze bij ons komt wonen oogt ze als een oude vrouw. Van binnen huist echter nog steeds de talentvolle ster die ze ooit was. Het is razend intrigerend en elke snipper die ze met me deelt neem ik in me op.

Ik ben dol op mooie verhalen.

Net als de hoedenmaker die bij ons woonde, en die jaar in jaar uit de mooiste creatie’s maakte. Hoeden en petten. Veelal met zijn eigen handen. Moderne technieken waren er nog niet. Zelf droeg hij standaard een alpinopet, ook binnenshuis, en hij stond altijd een tikkie scheef op zijn hoofd.

Op dezelfde afdeling, en maar een deur verder, woonde een dame die haar leven doorbracht op de Zeedijk in Amsterdam. Ze woonde en werkte er. Het ruige leven vormde haar, ze kon gruwelijk vloeken en sommige scheldwoorden moest ik opzoeken :-).

Ze was de enige vrouw op de afdeling met vurig rood haar in plaats van grijze lokken. En elke maand kwam een goede vriendin het voor haar verven.

‘Ze gruwelde van elke grijze haar dus zorg ik ervoor dat het een kleurtje krijgt, ook al is ze zelf wellicht vergeten hoe belangrijk ze dat vond’.

Al deze vreemdelingen zijn met elkaar verbonden door hun dementie.

Toen thuis wonen niet meer lukte kwamen ze bij ons. Het is een bijzondere verzameling mensen en zo op het oog hebben ze alleen hun ziekte gemeen. Gemoedelijk zitten ze naast elkaar bij het ontbijt, smeren hun beschuitjes met jam of suiker en kijken met een wat lege blik naar buiten.

Soms dwalen ze door de eindeloze gangen op zoek naar een herinnering.

Als ik muziek opzet zingen ze vaak moeiteloos mee met de tekst of deinen lichtjes heen en weer in hun stoel. Samen dansen we door de woonkamer.

Ze zijn vaders, moeders en kinderen.

Kunstenaars, danseressen en schrijvers. Individuen.

Stuk voor stuk met hun eigen levenspijn, hun successen en dieptepunten.

Ik ben dol op de ouderenzorg en juist ook hierom. Door de bijzonderheid van deze levens, vol mooie, verdrietige of bijzondere verhalen. En door goed te luisteren leer ik ze allemaal net iets beter te begrijpen. Waar ze van hielden en wat ze belangrijk vonden, en wat ze nu wellicht vergeten zijn.

Zodat ik nog beter kan zorgen voor al deze mooie mensen.

Alle verhalen die Cynthia schreef zijn gebundeld tot een hartverwarmend boek Zorgliefde. Binnenkort komt de opvolger uit: nog een scheutje Zorgliefde

Vroege ochtend

Toen ik als 16-jarige voor het eerst een kijkje nam in een verzorgingstehuis, maakte dat diepe indruk op me. En nog steeds kan ik me die golf aan sensaties herinneren die me toen overviel. Het scala aan geuren, de bedompte warmte en de rust van de nacht die nog zachtjes na-ijlde.

Die sfeer die in de lange stille gangen heerst, is nog steeds hetzelfde.

Het overviel me, net als toen, toen ik vroeg in de ochtend op één van ‘mijn’ locaties voor een overleg op de afdeling was.

De overbekende karren stonden in de gang, met hoog opgestapelde waskommen, schoon wasgoed en materialen. Alles fijn bij de hand voor de dagelijkse zorg.

Zorgvragers die, wat slaperig nog, een ommetje maken.

Loom en wat verward over de gang dwalend.

Ik groet haar als ik langs haar loop en glimlach.

Haar gezicht licht op als ze me teruggroet.

Schuifelend vervolgt ze haar weg.

Haar pon oogt dun en verwassen.

Ik herinner me ook weer hoe fijn ik het altijd vond om elke zorgvrager na een nacht slaap te ondersteunen bij die dagelijkse zorg.

Dan stonden we arm in arm voor de kledingkast om een mooi setje kleding uit te zoeken. Soms voegden we er een parelketting aan toe.

Een vleug lippenstift en een luchtje van het één of ander.

Een panty zonder ladder en die fijne handtas die ik ontdeed van de verzamelwoede van de vorige dag.  Morsige koekjes verpakt in papieren handdoekjes, een theedoek uit de keuken en een handvol bestek. Elk vakje volgepropt.

De handtas ging leeg en semi-fris mee aan de arm richting de ontbijtzaal.

Met een vers pakje papieren zakdoekjes erin en zonder alle kruimels en rommel.

Ik ben blij met de stap die ik heb gemaakt, toch mis ik het nog elke dag.

Cynthia bundelde al haar zorgliefde tot een hartverwarmend boek.